oud paleolithicum 1
Oud Paleolithicum 1
De periode waarin de mens stenen werktuigen gebruikte wordt aangeduid met Paleolithicum (afgeleid van het Griekse woord 
paleios = oud en lithos = steen) of Oude Steentijd. Deze periode duurde tot het ontstaan van de landbouw (ca. -8000).
De periode -8000 tot -2100 wordt Neolithicum (Nieuwe Steentijd) genoemd.
De hier behandelde periode is het eerste onderdeel van het Oud-Paleolithicum (2,5 miljoen tot ca. 250.000 jaar geleden) 
en omvat de lange periode vanaf de Eerste IJstijd tot en met de Cromerien Warmtetijd (2,6 miljoen - 780.000  jaar geleden).
 
De wereldwijde afkoeling van het klimaat tijdens de Eerste IJstijd (± 2,4 tot 2 miljoen jaar geleden), viel samen met het 
ontstaan van de Homo Habilis. De stenen werktuigen van de Homo Habilis (waaronder veel vuistbijlen) worden aangeduid met 
Oldowan of Olduvai cultuur en wordt gezien als de oudste "menselijke" cultuur.
 
Uit de Australopithecinen ontwikkelden zich in deze periode de Australopithecus Robustus en Australopithecus Boiseï.
Het Afrika van 2 miljoen jaar geleden zag er al net zo uit als tegenwoordig. Zou iemand een tijdreis maken dan zou hij op 
het eerste gezicht denken zich nog steeds in de 21ste eeuw te bevinden. Sommige dieren die er leefden zijn bekend uit deze 
tijd, neushoorns, leeuwen, buffels en nog veel andere Afrikaanse dieren die we vandaag de dag kennen. Maar er waren ook 
verschillen, er leefden dieren zoals de Chalicotheria, de Deinotheria (gigantische verwanten van de Olifanten), 
reuzenwrattenzwijnen en reuzenotters die naderhand zijn uitgestorven. Maar de meest opmerkelijke dieren waren wel de 
rechtop lopende apen.
Ongeveer 2,2 miljoen jaar geleden leefde er niet minder dan vier verschillende soorten hominiden. De Paranthropus 
Boiseï en Paranthropus Aethiopicus waren robuuste plantenetende aapmensen, eerder krachtig dan intelligent. Dan leefde 
er nog Homo Habilis, onze voorouders en tenslotte Homo Rudolfensis.
Na jarenlang in de Olduvai Gorge stenen werktuigen te hebben gevonden vond Louis Leakey in 1962 eindelijk de maker. 
Louis had al eerder in 1959 hominide fossielen gevonden, maar dat waren de fossielen van een Paranthropus. Uitgaande 
van de overtuiging dat alleen de mens in staat was werktuigen te maken, moest er dus ook nog een echte Homo gevonden worden. In 1962 vond Louis een aantal fossielen die een geschatte herseninhoud hadden van net onder de 700 ml. Dat was wat aan de lage kant voor een lid van ons geslacht, maar Louis dramde zijn wil door. Zo werd Homo Habilis, de handige mens, geboren, een soort naam die tot op de dag van vandaag gelijkstaat met controversie. De soort werd een soort verzamelbakje voor alle Homo-achtigen van rond 2 miljoen jaar oud. Toen Donald Johanson en zijn team in 1985 zijn pas gevonden OH 62 als Habilis classificeerde was de maat vol. OH 62 week dus danig af van andere habilis fossielen, dat besloten werd de soort te splitsen. Zo ontstond Homo Rudolfensis. De grotere en moderner uitziende habilis fossielen werden voortaan Homo Rudolfensis genoemd. ER 1470, een schedel die in 1972 in Koobi Foora had gevonden, werd het type exemplaar van de soort. De primitievere Habilis fossielen, zoals OH 62, bleven Homo Habilis heten.
Volgens Leakey waren de Homo Habilis en de Homo Rudolfensis twee verschillende soorten. Er is nog grote onzekerheid 
omtrent wie van de twee onze verre, maar directe voorouder is. Ook de vraag hoever dit geslacht  teruggaat in de tijd 
en of het geslacht vertegenwoordigd wordt door één of meer groepen is nog open.
De Habilis fossielen zijn volgens sommige onderzoekers dusdanig primitief, dat de naam Homo niet op zijn plaats is. Zij 
plaatsen de Homo Habilis in het geslacht Australopithecus te plaatsen en spreken van Australopithecus Habilis.
Meer fossielen uit Oost Afrika
Na dit gouden decennium van ontdekking na ontdekking, werd het relatief rustig in Afrika. In 1984 was Afrika echter 
weer helemaal terug in het nieuws. In Turkana was Richard Leakey en zijn team, waaronder ook zijn vrouw Meave en zijn 
goede vriend en collega Alan Walker, naar de westelijke oevers van het Turkana meer getrokken. Op de locatie Nariokotome 
ging hij aan de slag. Zijn Hominid Gang (Hominide Bende, een groep zeer ervaren fossielenjagers, die Richard rekruteerde 
onder de lokale bevolking) speurden de dorre vlakten af, op zoek naar de piepkleine stukjes bot toen de leider van de 
bende, Kamoya Kimue, een stukje van een menselijke schedel vond. Wat Kamoya vond was het meest complete skelet van een 
Homo erectus ooit gevonden. Zij noemde het skelet Turkana Boy (Turkana jongen, hij was slechts 11 of 12 jaar toen hij 
overleed). De Turkana jongen was vrij lang, als hij volwassen was geworden zou hij ongeveer 1,83 m. lang geworden zijn. 
Het fossiele skelet werd gedateerd op ongeveer 1,6 miljoen jaar en dat is erg oud voor een Erectus
De Turkana jongen zou echter niet lang een Erectus blijven. Zoals eerder gezegd, was de soort Homo Habilis een soort 
vergaarbak aan het worden voor moeilijk classificeerbare fossielen. Elk fossiel van grofweg 2 miljoen jaar oud dat 
duidelijk geen Australopithecus was werd op de “Habilis-berg" geschoven. Dat ging veranderen. Donald Johanson was met 
zijn team naar de Olduvai Gorge getrokken (Louis Leakey was al overleden en Mary  was daar inmiddels al gestopt). Hij 
vond daar een 1,85 miljoen jaar oude hominide en aangezien het duidelijk geen Australopithecus was, werd het een Habilis. 
Het wezentje, dat het catalogusnummer OH 62 meekreeg, was echter zeer primitief en klein. Als er rond 2 miljoen jaar 
geleden inderdaad maar één Homo soort was, dan betekende dit dat onze soort in slechts 200.000 jaar van een primitieve, 
1 meter lange Habilis was geëvolueerd naar een ontwikkelde Homo Erectus van 1,80 m. Er werd besloten Homo Habilis op te 
splitsen. De Habilis fossielen uit Olduvai bleven Habilis heten, onder deze fossielen bevond zich het allereerste Habilis 
fossiel ooit gevonden, evenals OH 62. 
KNM-ER 1470, het vroegere type exemplaar van de soort werd samen met andere 
fossielen van Turkana en een schedel, Stw 53 uit Sterkfontein, Zuid-Afrika, Homo Rudolfensis genoemd. De rest van de 
“Habilis” fossielen samen met een aantal vroege Erectus fossielen, waaronder ook de Turkana jongen, KNM-WT 15000, werden 
nu Homo Ergaster genoemd. Het is nog steeds niet bekend hoe deze soorten aan elkaar verwant zijn.
Het begon er op te lijken dat het erg druk was in Afrika, zo rond 2 miljoen jaar geleden. Het zou echter nog drukker 
worden. Alan Walker, al jaren werkzaam in Richard Leakey's team, vond in 1985 een zeer robuuste schedel. De 2,5 miljoen 
jaar oude schedel had alle trekken van een Australopithecus. Men besloot in eerste instantie het fossiel in de soort 
Boiseï te plaatsten, echter de nieuwe schedel vertoonde toch wat afwijkende trekken en was bovendien een half miljoen 
jaar ouder dan de oudste Boiseï ooit gevonden. Na 2 jaar wikken en wegen werd dan toch besloten een nieuwe soort te 
creëren. Jaren eerder had het team in Omo een zeer beschadigde en ingedeukte robuuste schedel gevonden die zij 
Paraustralopithecus Aethiopicus noemden. Gezien de slechte staat waar het fossiel in verkeerde had niemand er erg veel 
aandacht aan geschonken. Aangezien deze mysterieuze schedel wel wat weg had van Alan Walkers schedel, en hij ongeveer 
even oud was, besloot het team de schedel, KNM-WT 17000, in deze soort te plaatsen. De soort werd later omgedoopt tot 
Australopithecus Aethiopicus.
Recente Ontwikkelingen
Aan het begin van de jaren negentig bestond de Afrikaanse fossielencollectie uit de volgende 
soorten: Australopithecus Afarensis, Australopithecus Africanus, Australopithecus Aethiopicus, Australopithecus Boiseï, 
Australopithecus Robustus, Homo Rudolfensis, Homo Habilis en Homo Ergaster.  De robuuste soorten: Robustus, Boiseï en Aethiopicus, noemt men tegenwoordig Paranthropus.
Nu steeds meer van onze voorouders in Oost Afrika gevonden worden, is het aanlokkelijk te denken, dat daar wellicht onze 
wieg stond, waarna onze voorouders zich verspreidden over de rest van de wereld.
Rond de twee miljoen jaar geleden leefden alleen al in het Turkana Basis in het huidige Kenia ten minste vier biologische 
soorten hominiden, die elk een ecologische nis bezetten: Paranthropus Boiseï, Paranthropus Robustus, Homo Habilis en Homo 
Rudolfenis. Over de Homo Rudolfensis is nog niet veel bekend, maar waarschijnlijk had hij al vrij grote hersenen.
De Homo Habilis en de Australopithecus Robustus en Australopithecus Boiseï hebben lange tijd naast elkaar geleefd.
Tussen 1,75 en 1,25 miljoen geleden ontwikkelde zich in Oost- en Zuid-Afrika uit de Homo Habilis of uit de Homo 
Rudolfensis de Homo Ergaster(de werkende mens). De Homo Ergaster was pelsloos. Deze kende het gebruik van het vuur 
en ontwikkelde de Acheulische vuistbijl(een stenen vuistbijl die aan twee kanten was aangescherpt). Pas 50.000 jaar 
geleden zou het Acheuleen-type worden opgevolgd door het Mousterien-type.
| 
 
Tijd  |  
 				
Geslacht  | 
 
Soort  | 
Ca. 900.000 jaar geleden, tijdens de Cromerien Tussen IJstijd, ontwikkelde zich uit de Homo Ergaster de Homo Antecessor. 
Deze verspreidde zich tijdens de Cromerien Warmtetijd (900.000 tot 780.000 jaar geleden) vanuit de tropische streken in 
Afrika naar het noorden en van daar (vanaf ca. 800.000 jaar geleden) naar verschillende delen in Azië. Daarmee waren zij 
de eerste mensen die zich in de gematigde streken vertoonden.
 
Vanuit de Homo Ergaster ontwikkelde zich Homo Erectus en ca. 900.000 jaar geleden de Homo Antecessor.
 
Ca. 800.000 geleden bereikte de Homo Antecessor het zuiden van Europa. Resten zijn o.a. gevonden In Gran Dolina in 
Noord Spanje en in Ceprano(Italië). Vanaf ±700.000 jaar geleden werd Zuid- en Midden-Europa door deze mensensoort bewoond. 
De mensen trokken rond in kleine groepen en woonden in hutten van takken en bladeren, grotten of rotsholen. Dankzij goede 
samenwerking leerden zij jagen op groot wild (olifanten, nijlpaarden, neushoorns, edelherten). De werktuigen die zij 
gebruikten waren van het Acheuleen-type.
In Spanje werden in de Gran Dolina, enkele kilometers van de Sima de los Huesos, een groot aantal hominide fossielen 
gevonden: meer dan 800.000 jaar oud, veel ouder dan elke andere site in Europa. Na bestudering van de fossielen besloot 
het team van antropologen die deze vondst had gedaan, deze fossielen in een nieuwe soort te plaatsen: Homo Antecessor. 
In de zomer van hetzelfde jaar vond een Italiaanse antropoloog een robuust schedelkapje met een zwaar aangezet 
wenkbrauwbeen bij wegwerkzaamheden bij het Italiaanse dorpje Ceprano. Met een leeftijd tussen de 800.000 en de 900.000 
kon de Ceprano mens wel eens een van de oudste Europeanen zijn. Het team dat de fossielen bestudeerde, classificeerde 
de fossielen aanvankelijk als Homo Erectus, vanwege hun gelijkenis met Erectus fossielen gevonden in Marokko en Algerije 
en hun leeftijd valt ook in het Erectus tijdperk. Later kwamen zij tot de theorie dat zij toebehoorden aan de 
Homo Antecessor, die evenals de Erectus was voortgekomen uit Homo Ergaster. Erectus emigreerde naar Azië  en is daar 
later uitgestorven. Homo Antecessor stak (800.000 tot 900.000 jaar geleden) over naar Europa, waarschijnlijk via de 
landbrug die rond die tijd Azië met Europa verbond bij de Bosporus of bij Gibraltar of misschien zelfs wel bij Sicilië. 
Hoe dan ook, we weten dat ze al vrij vroeg in Italië waren. De in Afrika achtergebleven Antecessor populaties zouden dan 
weer tot Homo Sapiens geëvolueerd zijn en van daaruit de hele wereld bevolkt hebben.
Een ding is zeker, tegen 500.000 jaar geleden was Homo Heidelbergensis in Europa. De eerste Neanderthalers evolueerden 
waarschijnlijk uit deze groep, dit gebeurde zo’n 250.000 jaar geleden. 210.000 jaar later verschenen de eerste moderne 
mensen in Europa. 40.000 jaar oude geavanceerde stenen werktuigen gevonden in het noorden van Spanje zijn de eerste sporen 
van de komst van Homo Sapiens Sapiens: 10.000 jaar later waren de Neanderthalers zo goed als verdwenen. Hoe dit gebeurd is, 
houd wetenschappers al jarenlang bezig.
Wanneer is een "mens" een mens?
 
Volgens wetenschapshistoricus Robert N. Proctor is de vraag naar de "menselijkheid" van onze voorouders geen empirische 
c.q. wetenschappelijke kwestie, maar een bijproduct van onze onverbeterlijke neiging om onszelf te verheffen boven de 
andere dieren. "Uiteindelijk zullen antropologen  misschien betrouwbare dateringen kunnen maken voor het begin van 
rechtop lopen, vuur maken, voedsel delen, grootmoederen, accuraat gooien enzovoorts, maar geen van deze elementen, of een 
combinatie daarvan, zal ooit als essentieel menselijk kunnen worden beschouwd. Want dat is uiteindelijk een morele keuze. 
Nog maar een kwart eeuw geleden werd aangenomen dat dat vroege mensachtigen die zo rond 2,5 miljoen jaar geleden de eerste 
stenen werktuigen maakten, een échte cultuur hadden, met religie, verhalen rond het kampvuur, tradities enz. Dat gebeurt 
nu niet meer. Nu worden zelfs de ooit zo bejubelde begrafenisrituelen van de Neanderthaler ernstig in twijfel getrokken. 
De harde lijn van nu is dat echte menselijkheid, met taal en cultuur, pas kon ontstaan met de verschijning van de moderne 
mensen, ca. 150.000 jaar geleden (Moderne Mens) of zelfs later: zo'n 50 tot 40.000 jaar geleden met de verschijning van 
onmiskenbare kunstvoorwerpen. De vroegste werktuigen (de Olduvai-cultuur van de Homo Habilis, 2.5 tot 1,6 miljoen jaar 
geleden) en Acheulische-cultuur van de Homo Erectus en de Homo Antecessor (1,6 miljoen tot ca. 50.000 jaar geleden) zijn 
honderdduizenden jaren vrijwel onveranderlijk gebleven. Wat is dat dan voor cultuur, die niet verandert? De vorm van de 
Acheulische werktuigen kan best een gevolg zijn geweest van de functie en dus voortdurend opnieuw zijn uitgevonden, dus 
wel innovatie, maar geen cultuur. Zo is een van de belangrijkste overgebleven werken van onze voorouders nog steeds een 
raadsel.