hominidae plioceen
Hominidae in het Plioceen
 
In het Plioceen (6 tot 2,4 miljoen jaar geleden), nam door de droogte het bosareaal af. 
Mensen (Hominidae), die gewend 
waren in de bomen te leven, moesten hun levensgewoonten aanpassen. De vraag op welke wijze en in welke mate blijft 
voorlopig nog onbeantwoord. Het zou in deze periode geweest kunnen zijn dat de vroegste mensen leerden op twee in plaats 
van vier benen te gaan lopen (bipedalisme).
 
Omstreeks 5 miljoen jaar geleden hebben er verschillende hominide soorten bestaan, die verschilden in de mate waarin ze 
rechtop liepen. Verder zijn er van de "nieuwe menselijke soorten" uit deze periode alleen wat tanden en een kaakfragment 
(gevonden in Lothagam bij het Turkanameer in Noord-Kenya) en een elleboogfragment (gevonden in Kanapoi bij hetzelfde meer).  
± 5 miljoen geleden vonden er op grote schaal bewegingen plaats in de aardkorst. In het gebied van het Turkanameer 
(Oost-Afrika) ontstond een inzinking waardoor een meer werd gevormd.
 
Rivieren van het Ethiopisch Hoogland stroomden in het meer uit vanuit het noorden en oosten.
 
De laatste vijftien jaar (1985-2000) is door nieuwe vondsten het aantal mensachtige soorten verdubbeld en de 
evolutionaire stamboom van de mens begint steeds meer te lijken op een struikgewas. In de pre-Homo-periode (4 tot 2 miljoen 
jaar geleden) bestaan nu drie groepen van mensensoorten (geslachten): Australopithecus (met een zevental soorten), 
de Paranthropus (de "Naastgelegen mens") met drie soorten en sinds kort ook de Kenyanthropus met twee soorten. Dat de 
gevonden schedel tot een nieuwe soort (Kenyanthropus Platyobs) behoort is vrij onomstreden. Maar of de afwijkende kenmerken 
ten opzichte van de bekende Australopithecus-fossielen inderdaad de creatie van een apart geslacht rechtvaardigen zal de 
komende tijd driftig bediscussieerd worden onder paleonthologen. Het is moeilijk te zeggen waartoe deze schedel precies 
hoort. Het kan ook een Australopithecus-soort zijn.
Het jaar 1995 werd een druk jaar voor de paleoantropologen, er werden dat jaar twee nieuwe soorten ontdekt. 
In Ethiopië vond Tim White, al jarenlang werkzaam in Johansons team, dat jaar de overblijfselen van een 4,3 miljoen jaar 
oude hominide. Tim creëerde een nieuwe soort, Ramidus, in het geslacht Australopithecus, maar zag later genoeg verschil 
met de andere Australopithecen om ze in een nieuw geslacht te plaatsen: Ardipithecus oftewel grond(mens)aap. Er is nog 
steeds weinig bekend van Ardipithecus, sommige experts vragen zich zelfs af of het wel een hominide is.
In hetzelfde jaar vond het Leakey team, onder leiding van Richards vrouw Meave een 4 miljoen jaar oude hominide die 
zij Australopithecus Anamensis doopten. De Anamensis fossielen waren primitiever dan de Afarensis fossielen, maar waren 
dan ook een half miljoen jaar ouder. Het aantal gevonden fossielen is nog steeds klein, waardoor het moeilijk is te 
beoordelen hoe deze soort in onze stamboom past.
 
In 1996 vond een Amerikaans-Frans team de 3,5 miljoen jaar oude overblijfselen van een Australopithecus, 
bijna 2500 kilometer ten westen van ons beoogde Eden in Koro Toro*, Tsjaad. Zijn leeftijd maakt hem een tijdgenoot van 
Afarensis, de fossielen lijken ook wel enigszins op Afarensis. Toch heeft de vinder, Michel Brunet, ze in een nieuwe soort 
geplaatst: Australopithecus Bahrelghazali.
Tijd  | 
 
  | 
 
  | 
In 1999 vond een internationaal team van fossielenjagers in Ethiopië de overblijfselen van, wat zij een 
Australopithecus Garhi noemen. Garhi betekend verrassing in de lokale taal, en zeker niemand had verwacht 
dat er nog een hominide soort uit deze tijdsperiode gevonden zou worden. Het team vond ook enkele stenen 
werktuigen in de omgeving, en hoewel het gebruik van werktuigen al eerder aan Paranthropus werd toegeschreven 
zou dit de eerste werktuigmakende Australopithecus worden. De notie dat alleen ons geslacht Homo deze werktuigen 
maakte is dus achterhaald. Hopelijk verschaft Garhi ons meer informatie over de overgang van Australopithecus naar Homo.
 
De Australopithecus Africanus had meer gemeen met apen dan met zijn mogelijke voorouder: de Australopithecus 
Afarensis(Lucy). Daarom denken sommige paleontologen dat de primitievere Africanus zich niet uit de Afarensis heeft 
ontwikkeld, maar dat beide soorten eenzelfde gemeenschappelijke voorouder hebben gehad.