de Beerenclaauw


De oude naam van dit goed luidde Berenklau, welke naam zich niet laat verklaren. Uit de vermelding van de grondtransactie uit 1391 kunnen we vaststellen dat deze plek dus al bewoond was voor die tijd. Vanaf de vijftiende eeuw is de Berenclaauw bewoond door het geslacht Cloeck, een zeer uitgebreide Liemerse riddermatige familie.
De havezaten Hamerden, Vredenburg, Lensenburg en Emmerik, die in de zeventiende eeuw toebehoorden aan respectievelijk de families Wittenhorst, v.d. Hoeven, Kaelken en Cloeck.
De Cloecken van de Berenclaauw leidden het rustige leven van een landedelman en traden weinig op de voorgrond; één van de redenen waarom er zo weinig van dit huis bekend is.
Lang zijn de Cloecken eigenaar geweest, maar na tien generaties besluiten de broers Frederik en Andries tot verkoop en in 1765 worden de Kleefse "Zollbeseher" Von Leeuwen en Von Elsbruch eigenaar, die het mogelijk op speculatie hebben gekocht. Vijf jaar later, in 1772, verkopen zij het goed aan Antonius Cornelius Simon Xaverius van Hugenpoth tot Aerdt, gehuwd met Henrietta van Hövell, die de stamvader werd van de tak Van Hugenpoth tot den Beerenclaauw. De overdracht is niet van een leien dakje gegaan; na diverse processen werd eerst in 1781 beslist dat de Van Hugenpoth's zich eigenaar mochten noemen. De enige rechten die aan het goed verbonden waren zijn de Kloecke of Groesche tiend en een jachtgerechtigheid in de Liemers, dus echt veel kan het goed nooit hebben opgeleverd, temeer daar de bijbehorende gronden ook al niet erg uitgestrekt waren.
Reeds de zoon Jan Baldewijn van Hugenpoth tot den Beerenclauw verkocht het goed en wel in 1820 aan Frederik Johann Tendering, echtgenoot van Louise Auguste Maurenbrecher, die er in 1877 is overleden. Zijn erfgenamen verkopen in datzelfde jaar de Beerenclaauw aan Christina Josepha Theodora Maria Hoevel, douairière.
Jhr.Mr. Carel Everardus Josephus Franciscus van Nispen tot Pannerden, eigenares van het kasteel Swanenburg bij Genderingen. Deze kocht het uitsluitend als belegging en verpachtte haar nieuwe aanwinst als boerderij.
Het huis was inmiddels in niet al te beste staat van onderhoud geraakt en in 1898 werd de verdieping afgebroken en het restant verbouwt tot boerderij. Het jaar daarop stortte de achtergevel in de gracht, waarop het huis werd afgebroken en vervangen door het huidige. De trap uit het oude huis werd aangebracht in het torentje, dat ons herinnert aan het adellijke verleden van het huis. De familie Van Nispen verkochten in 1978 de Beerenclaauw aan de huidige eigenaar A.J.G. van Bethraij, wiens grootvader er in 1894 pachter van was geworden.
De gracht om het huis werd in 1963 gedempt. Het huis vertoont zich als een miniatuurkasteeltje in het landschap en is een opmerkelijk element daarin.